Plaatsingsvoorschriften
PLAATSING
- Onmiddellijk na de plaatsing dient de bouwput rondom de installatie tot de gewenste hoogte aangevuld te wordenmet een goede, machinaal te verdichten aanvulgrond
- Onmiddellijk na het aanvullen van de bouwput moet de installatie gevuld worden met water (maximaal ½).
AANSLUITINGEN
- De in- en uitlaat van de installatie bestaat uit pvc-moffen van Ø 110 of 125 mm. Opgelet de hoogste aansluiting isde inlaat. Indien de installatie is samengesteld uit meerdere putten, moet het bijgevoegde montagevoorschriftnageleefd worden.
SURPRESSOR
- De surpressor wordt meegeleverd met een soepele pvc-leiding (lengte 20 lm) en inox aansluitklemmen. Desurpressor moet in een voldoende verluchte ruimte geplaatst te worden.
- Het debiet is vooraf geregeld in de fabriek.
VERBINDING VAN DE LUCHTLEIDING
INGEBRUIKNAME
- De installatie vraagt geen toevoeging van biologische of andere producten. Na controle van: ■ de correcte aansluiting van de surpressor ■ de volledige vulling van de installatie met zuiver water stelt u de surpressor in werking.
- Na enkele ogenblikken is de installatie in werking. De biofilm, noodzakelijk voor de goede werking, zal zich opnatuurlijke wijze installeren in de dagen volgend op de ingebruikname (tussen 15 dagen en 2 maanden)
BELANGRIJK
- Een te lange stopzetting van de installatie brengt risico op geurhinder met zich mee in de eerste uren na hetopnieuw opstarten van de installatie.
- Zoals bij alle zuiveringsinstallaties is het gebruik van niet-biologische afbreekbare producten afgeraden (vb. javel,tinner, chemische producten, minerale oliën,…
- De installatie is ontworpen om met ingebouwde vetvanger te functioneren.
RUIMING
- De voorbezinking moet regelmatig leeggemaakt worden in functie van de hoeveelheid: